Een 15-jarige jongen zonder huis, zonder haard en zonder zwaard die somber in de bossen van het noordelijke Zweden rondzwierf in de donkere winternacht. Over hem, Botsvan, ging de middeleeuwse heldensage De prins met de rode hand en de zwaanridder die ik 18 januari in de Bethel Kapel verteld heb. Op de eerste dag van de Winter Solstice ontstond in het hart van Botsvan een Edel Streven: het hoogste dienen en het meest kwetsbare beschermen. En daar gaf hij vanaf toen zijn lange leven aan. Udo Greuter zong het lied Nobilis Humilis over de H. Magnus van Orkney die in de strijd tussen de Noren en de Schotten weigerde het zwaard te hanteren maar liever geweldloos psalmen zong. Zo konden het vertellen van een verhaal en het zingen van een lied de strijd om de verruiming van het kinderpardon ondersteunen.
Wat was het een mooie en zachtaardige bijeenkomst terwijl we wisten dat daarboven de familie Tamrazyan zat en even later de dochter zich bij ons voegde. Wat wonderlijk mooi dat zo velen zijn voorgegaan in de geweldloze marathondienst. Wat wonderlijk mooi dat al meer dan 1100 kerkgangers de nu al meer dan 2000 uur lange dienst bezochten.
En hulde aan al die vrijwilligers die in sobere eenvoud het kerkasiel faciliteren. En ook aan de mensen die achter de schermen de voortdurende discussie over de verruiming van het kinderpardon in de kerken en met het CDA voerden met als resultaat verschuiving van het standpunt van het CDA in dezen. Deze vrijwilligers brengen dat edele streven van Botsvan dag in dag uit èn nacht in, nacht uit in de praktijk en dienen daarmee het allerhoogste principe en beschermen het meest kwetsbare: in dit geval de kinderen die een verruiming van het kinderpardon verdienen.
Reactie plaatsen
Reacties